vrijdag 6 juni 2008

bezoek!


Ergens tegen de ochtend werd ik wakker, in de Oude Stad in het huis van Meta. Op mijn nieuwe fiets (wat een zaligheid! In vijf ipv twintig minuten bereik in nu Damascusgate, soepel afdalend op mijn Jaguar mountainbike) was ik daar aangekomen, zeer verheugd dat Sa en Sven op dit prachtige plekje kon ontvangen- omdat Meta-schat een weekendje elders was. Jeanet!, dacht ik, wreef mijn ogen uit, en twee minuten later ging mijn telefoon. Ze stonden voor de deur. Een wonder. Zomaar geland in Tel Aviv, de weg naar dit huis gevonden. De volgende ochtend gingen we samen ontbijt halen, mijn zusje en ik. Dwars door de Oude Stad naar Damascus Gate. Drie orthodoxe joden in lange jassen waren de eerste levende zielen die buiten we troffen, en ik zag hen bijna over de bontmuts. Jeanet natuurlijk niet, zoals zij allerlei modedetails signaleerden die mij waren ontgaan, terwijl Sven verrassende verkeers- en intermenselijke observaties deed. We liepen een stukje door de christelijke wijk, dan door de Arabische met haar kleuren en geuren. Ik keek af en toe verbaasd opzij. We kochten het brood en aten het op, in de zon, op het dak van Meta's huis. De eerste dagen ontdekten we samen Oude Stad en Westbank, en Jeanet en Sven gingen naar Tel Aviv.
En we huurden een auto. Dan blijkt pas echt hoe klein dit landje is- in drie dagen hebben we het van noord tot en zuid en oost tot west doorkruist. Piepklein was ook onze auto, tot lichte frustratie van Sven en in schrille tegenstelling tot de bloemrijke beloften van de besnorde verhuurder ('Maak je geen zorgen, ik zorg voor een goede auto!'). Sven heeft overigens wel alles uit het autootje geperst wat erin zat, bochten aansnijdend op hete lege wegen naar Eilat. We zetten koers richting Dode Zee (heet! heet! heet!), lieten Jericho links liggen en reden in een rechte lijn naar boven, door ht prachtige landschap langs de Jordaan. (Volgens onze kaart en ook volgens de verhuurder is dat geen West Bank. West Bank, dat zijn een paar donkerbruine en gele vlekken in Judea en Samaria.) We reden door dat Mount Hermon, de uiterste noordoost hoek van de Golanvlakte en genoten daar van frisse wind en prachtig uitzicht. Vanaf daar via Kiryat Shmona naar Sfad (dat een beetje tegenviel) en naar Akko, waar we een hapje aten aan de Middellandse Zee, aanbod van lokale hotels afsloegen en verder reden naar Haifa, helaas de stad zonder hotels. Dus doorgereden naar Jeruzalem- ach hoe heerlijk dat alles hier dichtbij is. (En ik dacht aan Jeruzalem als aan thuis, en mijn hart maakte een sprongetje toen we laat die avond de stad binnenreden.) We sliepen op geimproviseerde bedden in mijn appartement, en vervolgenden die ochtend onze weg naar het uiterste zuiden: Eilat.
Zaterdagmiddag keerden we terug in Jeruzalem, om daar de laatste rustige dag en avond door te brengen. Jeanet had haar zinnen gezet op kefiyyeh's in een specifieke kleurstelling, Sven en ik volgden haar geduldig op haar speurtocht door de wondere wereld van de Oude Stad, en volgden niet zonder bewondering haar afding-kunsten. Ik wilde hen graag de prachtige buurten Talbieh en German Colony laten zien, waren vroeger allerlei rijke bewoners van Jeruzalem broederlijk samen woonden in prachtige huizen in Palestijnse stijl. We dronken koffie en aten cheesecake. 's Avonds aten we in Jerusalem Hotel en rookten waterpijp- een andere must-do waar we nog niet eerder aan toegekomen waren. Het was zeer knus. Ik raakte gaandeweg melancholiek gestemd. Helemaal geen zin om hen 's nachts naar het vliegveld te brengen en gedag te zeggen.
Er zijn foto's van al deze mooie dingen, en zodra de vriend van de neef van de kapper van.. mijn laptop heeft gefixed, hoop ik die te plaatsen.

Geen opmerkingen: