woensdag 5 november 2008

Stegevrouw en non-communicatief

De Jaffapoort geeft toegang tot de Oude Stad, en wel tot een soort plein waar groepen toeristen lopen en Jan en alleman tracht aandacht te vangen voor waren en taxi’s. Rechtdoor duikt een smal, getrapt en toeristische weggetje de Oude Stad in. Naar rechts strekt het plein zich nog verder uit, langs de Davidstoren aan de rechterkant en het Christian Information Center en Christ Church links. Net voor dat informatiecentrum begint een smal steegje. Dat voert eerst naar een hostel, versmalt dan en voert langs trappetjes en deuren naar een poortje waarachter het steegje zich vervolgt en naar een deur (waarvan alleen ik en de non die onder mij woont de sleutel hebben) leidt. Achter de deur loopt het steegje uit op een trap. En boven aan die trap is mijn appartement- te weten: halletje dat ook keuken is, toilet met douchekop erboven, kamer. Maar zeg, wel dikke stenen muren uit de 13e eeuw. Een sierlijke stenen boog en nisje in de kamer, en een brede vensterbank met voor wie zich daar zetelt dat prachtige uitzicht.
Het huisje vormt met de gebouwen eromheen een grillig gevormd blokje dat omsloten wordt door het eerder genoemde plein, het toeristische smalle weggetje (Davidstraat) en een ander weggetje genoemd naar een moskee, dat rond loopt en uitkomt op de Davidstraat. Vandaag ging ik de moskee bekijken. Het is een twaalfde eeuws gebouw, vroeger een kerk waar de restanten van een avontuurlijke heilige werden bewaard. Het was gesloten, maar het weggetje voerde verder naar een prachtig pleintje met sprookjesachtige huizen, zeer rustig en proper voor Jeruzalemse begrippen. Toen naar links verder, langs een hoog gebouw dat naar het opschrift een Maronitisch klooster is. De andere kant ervan grenst aan mijn huisje- ik wist alleen niet wat het was, dat mooie gebouw met balkons met palmen. Dan een trap af, en daar is de levendigheid van de Davidsstraat. Een verkoper schiet me aan: hij heeft me al vaker zien lopen, en ook door Wadi alJoz (de walnotenvallei) zien fietsen- of ik nu niet eens zijn winkel eens wil zien. Het is een vriendelijke man met een rond gezicht, niet één van die overassertieve sluwaards. Ik ben op zoek naar gordijnen, en stem toe in een bezoekje. Gordijnen heeft hij niet, de buurman wel en daar bedingt hij een zeer schappelijke prijs, ‘want ze is van hier’. Ik voel me op slag thuis.
En thuis is waar ik dit schrijf, wachtend op de timmerman die hier lek en gebrek komt verhelpen. Gister heeft hij ervoor gezorgd dat het bed stevig staat, vandaag komt hij voor kast en haakjes voor gordijnen. Althans, dat hoop ik. Voor een afspraak om zes uur doet men er goed aan tussen vijf en zeven thuis te zijn, en ik kwam pas om tien voor zes aanfietsen. Thuis is nog geen warm water. Non-communicatief van hieronder is meen ik de kink in de kabel. Als zij de boiler aanzet, heb ik warm water, anders niet. Tot op heden was dat alleen op zondag, blijkbaar douche-dag, het geval. Ik heb pogingen ondernomen tot een dialoog te komen, maar heb haar zelfs nog niet te spreken gekregen. Als ik aanklop, doet ze de deur niet open, maar het licht uit, en trekt zich terug in het achterhuis. Raadselachtig gedrag.
Dat zijn zo de licht- en schaduwzijden van het leven in dit steegje.

Geen opmerkingen: