zaterdag 1 november 2008

huisperikelen

Audra, Ben en Matt zijn terug uit de States, alle dakloos en bij vrienden ondergebracht. Ik moest mijn Olijfberg kamer eind oktober verlaten. De ideale situatie is dat we twee en twee of met z'n vieren een huis vinden. Zover is het nog niet. Ik liep tegen een piepklein appartmentje in de Oude Stad aan, vlakbij Meta en met dank aan haar.
Een huis. Wat wenst men zoal van een huis? Dat het een aangename plek is, gezellig, fijn, in een mooie buurt met prettige mensen. Dat alles biedt mijn Jeruzalemse huis, welks uitzicht met name geroemd mag worden. Vanmorgen stond ik op mijn stoepje en keek uit over de daken van de Oude Stad. De Heilige Grafkerk op een steenworp (voor iemand die een beetje geschoold is in dat ambacht) afstand.
Tevreden gestemd ging ik naar binnen om een douche te nemen, maar moest concluderen dat het water koud was en koud bleef. ’s Nacht had ik was me opgevallen dat het zeer wrakkige bed ook nog eens schuin naar opzij afloopt, terwijl gisteravond, toen Meta en Luc ter inwijding op de thee kwam, wij de waterkoker uit Meta’s appartement gehaald hebben, aangezien ter plaatse geen gas uit de eenpitter kwam. Het zal u niet verbazen dat ook het beloofde internet ontbreekt.
De huisbaas is een groenogige dame die als juriste in Ramallah werkt. En blijkbaar bijklust in de huizenbusiness. Letterlijk, want zowel bed als kast zijn door haar in elkaar geknutseld. Men mag hopen dat ze haar zaken in de rechtbank degelijker aanpakt. Voorlopig ben ik de pineut en kan ik concluderen dat ik me de lokale cultuur niet tot in de perfectie heb eigen gemaakt.
Gelukkig is er de broer van de groenogige dame, George de Vrijmetselaar, die in de taxi- zit en in de mezusa-business zit (wat ik opvallend vind voor een Palestijn). George is bovendien een ADHD-achtig mannetje met naar plaatselijke gewoonte immer een zonnebril op zijn kale schedel. Zijn opgewonden nijverheid maakt me voorzichtig optimistisch. In ieder geval stond hij vanmorgen, nadat ik me telefonisch beklaagd had, op de stoep, drukte me chocolaatjes in de hand (‘die heb ik van de bisschop, iedere zaterdagochtend drink ik koffie met de bisschop, we talk about everything’) en beloofde alle problemen, behalve het internet, dat buiten zijn macht ligt, op te lossen.
Sterker nog, terwijl ik dit zittend in de brede vensterbank schrijf, komt hij drukpratend aangelopen met de gasman in zijn kielzog! Wel heb je ooit. Onder mijn raam bespreken ze nu het gasprobleem (mish muskile,no broblem, mish muskile), en stomen vervolgens door naar het bed, en ook dat zegt de gasman toe te fixen. Exit George, die terwijl hij de trap afrent roept dat hij nu het waterprobleem gaat oplossen. Insha’allah.

Geen opmerkingen: