zaterdag 28 februari 2009

vervolg tandarts

Een nieuwe episode in de zich voorslepende tandartskwestie. Het is één van die gevallen waarin ik mijn uiterste best doe iets op te lossen, maar stukwerk is mijn pogen. Toen ik gisternacht andermaal met kiespijn wakker lag, en me bezorgd maakte over wat zich in mijn gebit zoal afspeelt, en hoe dat nou op te lossen is, leek het me opeens helemaal geen slecht idee om een tripje naar Nederland te maken, uitsluitend voor tandartsbezoek.
Tandarts Hamzeh boog zich woensdag nogmaals over mijn gebit. In de loop van de sessie werd het me duidelijk dat een conversatie in een vreemde taal meer behelst dan het begrijpen van losse woorden.
Doet het nog pijn, informeerde hij als steeds. En als altijd zei ik: het doet pijn, maar niet erg, een heel klein beetje. Gisteravond deed het een beetje meer pijn, zei ik. Een beetje, concludeerde hij. De pijn zou eigenlijk over moeten zijn, maar goed, een beetje, dat was niet zo erg. Hamzeh even later: dus het deed misschien vijf minuten pijn. Nee! zei ik, een paar uur, of weet ik veel, toen ik ging slapen, en de volgende ochtend nog. Nu keek hij bezorgd. Dus het deed erg pijn? Nou, nee, zo zou ik het niet zeggen. (Erge kiespijn- voor mijn geestesoog verscheen een kermend figuur met zakdoek om het hoofd.) Wel lang. En ik dacht: wanneer beschrijven bloemrijke Arabieren pijn als erg? Het gevoel bekroop me dat zij dat punt misschien veel eerder bereiken dan nuchtere Hollanders. Ook viel het me op dat de houdertjes van de boortjes nogal stoffig waren, en dat Hamzeh toen er geklopt werd de deur met behandschoende handen open deed, en vervolgens zonder omhaal weer aan de arbeid ging. Ook maakte hij er melding van dat implantaten zijn specialiteit waren- zou hij soms langzaam maar zeker naar een fraai implantaat toewerken?
Ook Hamzeh keek bezorgd. Er moest misschien toch wel een wortelkanaalbehandeling aan te pas komen. Maar voor nu maakte hij het zaakje toch maar dicht, en dan zouden we het beste ervan hopen. Doet u me toch maar antiobiotica, verzocht ik geheel tegen mijn natuurlijke neiging in. Hij had me dat al eerder in de maag willen splitsen, maar toen had ik geweigerd, met in mijn achterhoofd de geheven wijsvinger van de archetypische Hollandse arts. Nu, hij had nog wel een doosje liggen ('proefexemplaar. niet voor de verkoop.' stond er op). Onze afscheidsformules waren lang en hartelijk, en waarlijk gemeend. Terugkomen als het erger wordt!, drukte hij me op het hart.
Het werd erger. Nog steeds niet dat het zeer zorgwekkend pijnlijk was, maar zeg, het begon wel een erg slepende zaak te worden. Nog eens naar Hamzeh? Ik besloot zijn Israelische collega maar eens om raad te vragen. Die had in ieder geval een rontgenapparaat. Ik deed hem kort verslag van mijn wedervaren. Tja, tja. Met die antiobiotica zat ik wel goed, meende hij. Haal nog maar zo'n doosje. Verder inderdaad afwachten. En kom volgende week terug. En a propos, daar in de belendende kies meende hij ook een ongerechtigheid te bespeuren.
Licht zuchtend begaf ik me op weg naar huis. Het regende.

1 opmerking:

Luis Portugal zei

Hello
It has a nice blog.
Sorry not write more, but my English is bad writing.
A hug from my country, Portugal

مرحبا
انها جميلة بلوق.
عذرا لم يكتب أكثر ، ولكن بلادي العربية هي سيئة مكتوب.
وهناك عناق من بلدي ، البرتغال