maandag 23 februari 2009

met woordenboek bij de tandarts

In deze gecompliceerde stad is het doorgaans goed te pogen zaken van verschillende kanten te bekijken. Het voert wat ver tot tandartsbezoek door te voeren, aan de andere kant kom je er op dat soort plekken vaak achter hoe een land en haar inwoners in elkaar zitten. Meta is al eens bij een tandarts in een nederzetting geweest. Ik zocht het in eerste instantie dichter bij huis: twee straten verder zit een tandarts, die ik na een week van pijntjes in een kies die al eens een wortelkanaalbehandeling heeft ondergaan maar eens belde. Ik kon die middag wel langskomen, en dan zouden ze wel een gaatje vinden. Ik die kant op, een woordenboek in mijn tas. Ik amuseerde me een uurtje met de knorrige en toch wel vriendelijke assistentes en kleurrijke andere patiënten en een in het Hebreeuws gesteld vragenformulier. Toen was het mijn beurt. Ik voel me altijd op slag goed als ik in de buurt van een ambachtsman ben, en een tandarts beschouw ik als zodanig. Deze sprak Russisch, Engels en een beetje Hebreeuws. Die laatste taal had hij met z'n assistente gemeenschappelijk (dat maakte me een beetje bezorgd, want hij slaagde er niet in haar duidelijk te maken van welke tand een foto moest worden gemaakt). Hoe kan het pijn doen als de wortel verwijderd is, informeerde zij verbaasd. De tandarts toonde zich een pragmatist: als het pijn doet, doet het pijn.
Het viel allemaal reuze mee, bleek na de röntgenfoto- er was een stukje vulling afgebroken, en daaronder was een ontstekinkje ontstaan. Maar hij zou er een noodvulling in doen, en als ik dan over een week terugkwam, kon hij de behandeling afmaken. Nou, dat klonk allemaal overzichtelijk en niet eng. Ik herademde- want een beetje zenuwachtig wordt ik wel van tandartsen.
Maar die avond al was de helft van de noodvulling verdwenen (opgegeten, dacht ik bezorgd, kan dat kwaad?), en vrijdagavond begonnen kies en omliggende gebieden vervelend pijnlijk te worden. Ik besloot de volgende dag in Beit Sahour, bij Bethlehem, naar de tandarts te gaan. Beit Sahour is het hoogst opgeleide dorpje in de Westbank, iedereen heeft Amerikaanse of Europese universiteiten bezocht, en Sytske wist er een goede tandarts. De volgende dag regende het pijpestelen. De steile straatjes rondom de geboortekerk waren in een soort wildwaterparkje veranderd. Ik besloot een taxi te nemen. De chauffeur had erg met me te doen toen ik hem mijn reisdoel vertelde en maakte het tot zijn goede daad van die dag om mij bij een goede tandarts af te leveren. De eerste hield lunchpauze, het was 11.56 uur, en pas om 15.30 was hij van zins de arbeid te hervatten. Ook de tweede zat ook aan de houmous en maqlube, maar zijn huis was naast de praktijk, en hij was bereid even een blik op mijn geplaagde gebit te werpen. Engels sprak hij niet, terwijl ik vertrouwend op de buitenlandervaring van de Beit Sahourders mijn woordenboek thuis had gelaten. Aldus zakte ik uitgeput neer in de tandartsstoel nadat ik mijn woordenschat tot het uiterste had opgerekt om de voorgaande gebeurtenissen te beschrijven (zenuw- geen idee, o ja wel, want ik weet zenuwachtig, vulling: eh, spul dat de tandarts in de tand stopt, wat er niet in hoort, precies, en nu is in mijn geval dat eruit gevallen). Tandarts Hamzeh toog aan de arbeid. Geen assistente dit keer, en nog veel minder dan de werkruimte van de Jeruzalemse arts leek dit op de doorgestylde en hypermoderne praktijk die ik in Nederland bezoek. Ik probeerde uit de gezichtsuitdrukking van de kleine ronde arts af te leiden hoe hij de situatie inschatte. Hij keek allengs bezorgder. Muskileh (probleem)? informeerde ik tussen twee van die engige haakjes door. ‘Muskileh,’ mompelde hij, ‘ik zit bijna bij de zenuw’. Hij bewoog z’n dikke knuistjes weer richting mijn mond. Nu, ik weet dat Palestijnen geoefend zijn in het zich bewegen op kleine gebiedjes met grote gevoeligheden, maar dit bericht deed me verstijven. Zeker omdat ik uit de mond van Palestijnse dienstverleners tot nog toe alleen heb gehoord: mish muskileh- geen probleem. En zelfs dan waren de problemen vaak al aanzienlijk. En was deze Hamzeh überhaupt een vakman? ‘Denal surgon’, vermeldde het uithangbord. Had hij met z’n boortjes maar wat in de rondte geprutst?
Vijf minuten later was het klaar. Over twee dagen terug komen voor het echte werk, en als de sodemieter als het echt pijn begint te doen, zei hij. En zowaar, de dagen nadien had ik veel minder last. Maandagochtend ging ik dus weer richting Beit Sahour, erop vertrouwend dat Hamzeh weet wat hij doet. Opnieuw de boortjes en haakjes, en ik meen te hebben begrepen dat de ontsteking wijkt, en dat woensdag het werk echt kan worden afgerond.

1 opmerking:

Anoniem zei

BB, wat is het toch een gevaarlijk land. zoen!