dinsdag 24 februari 2009

naams- en andere verwarring

Welgemoed trek ik baantjes in het zwembad. Het is middag, lekker rustig, ‘k heb de baan voor mezelf. Her en der drijven wat grijze bolletjes, maar dat zal me weinig boeien, en goed zien kan ik het ook niet, zo zonder bril. Dan knielt de badmeester, discreet maar met schalkse glimlach, naast het startblok als ik de kant bereik. Nog voor hij zijn vraag stelt, gaat me licht op. O ja, soms is er een uur voor mannen en vrouwen apart, zodat ook religieuzen en schroomvalligen aan hun zwemtrekken kunnen komen. En, nu ik erop let, alle grijze bolletjes dragen louter zwembroekjes. Zoveel kan ik nog wel onderscheiden.
Zeg, kun je misschien over een uurtje terugkomen, vraagt de badmeester inderdaad. Ik druip af.

Enige tijd eerder haal ik fruit in Oost Jeruzalem. Het is vrijdagavond, zodat ook een enkele inwoner van west- waar de winkels dan dicht zijn- boodschapt in oost. Vind ik altijd fijn om te zien. De andere klant is een oudere man die inderdaad Hebreeuws spreekt.
We maken gedrieën een praatje, waarin natuurlijk wordt besproken waar ik vandaan kom, en vervolgens hoe ik heet. Automatische-pilootvragen, en voor ik het weet heb ik mijn naam prijsgegeven. De verkoper kijkt me aan, verbazing in zijn ogen. Yoníeka?, probeert hij. Het is de meest gebruikelijke verbastering van mijn naam voor Arabischtaligen, die zich met het klinkerpatroon geen raad weten. O-i-a ligt veel prettiger in de mond dan een korte a gevolgd door nota bene twee stomme e’s.
Ik vermoed alleen dat zijn verbazing niet wordt ingegeven door de exotische klank van mijn naam. ‘Janneke’, herhaal ik, nu nadrukkelijker zeer Hollands uitgesproken. Hij: Ja, dat zei ik: Yoníeka. En hij vervolgt: wat betékent dat? Het klinkt alsof hij daar zo z’n eigen ideeën over heeft, en dat is precies wat ik vrees.
Een verkoper in een in de Oude Stad maakte me er een tijdje geleden op attent dat mijn naam voor Arabische oren op dezelfde manier vermakelijk is als Fokke voor wie engels spreekt (ik liet Ben laatste een Fokke en Sokke-stripje zien en hij was op een wat verbijsterde manier geamuseerd). Ik verifieerde dat bij een vriend, omdat ik de verkoper ervan verdacht dat hij vooral een bruggetje wilde maken naar een bepaald onderwerp. De vriend dacht even na en grinnikte. Hij had de link nog nooit eerder gelegd, verzekerde hij me, maar de souvenirman had de waarheid gesproken (wat natuurlijk over diens intenties geen uitsluitsel geeft). Dat stelde me een beetje gerust, maar omdat de souvenirman niet de laatste taalvaardige persoon zal zijn die ik hier tref, probeer ik er aan te denken dat ik mijn naam bijzonder nadrukkelijk uitspreek, of mezelf voorstel als Janna. (Sowieso een mooie naam, en de naam van de oma naar wie ik ben vernoemd.) Maar dat was me temidden van smakelijke kumquats en prachtige avocado’s even ontschoten.
Ik declameer de boven alle discutabele associaties verheven en godsvruchtige betekenis van mijn naam: ‘Allah rahim’ (God is genadig). De verkoper knikt opgelucht. ‘Mooie naam.’

Geen opmerkingen: