donderdag 31 januari 2008

Ulpan



Ulpan

Half negen, ik spoed me door de hal van Rothberg (is het internationale deel van de uni, zie foto) naar lokaal 300, waar ik in een warmgestookte kleine ruimte mijn Ulpan-genoten tref. Ulpan- zo heet een cursus Hebreeuws die overal in dit land wordt aangeboden voor nieuwe immigranten en al wie nog meer Hebreeuws wil leren. De eerste maand houd ik me bezig met niveau Beth, het tweede in een rij van zes (alef, beth, gimel, dalet, he, waw). De meerderheid van het klasje, jonge Amerikaanse ‘undergrads’, is onveranderlijk in joggingbroeken en Ugs. Hun lijzige en ongearticuleerde omgang met om het even welke taal ten spijt, vind ik ze schattig en grappig. Ronit, de energieke motor van dit taalklasje, maakt haar entree. Vandaag beginnen we met een spelletje. Daarna leren we wat woordjes, doen we een oefening waarin we allemaal dezelfde zin herhalen, maar dan nét even anders, en zingen we een liedje. Twee jaar geleden zat ik me op te vreten achter in het lokaal. Zoveel te doen, zit ik hier als een gourmet in de McDonalds (om me wat arrogant uit te drukken). Maar dit maal heb ik besloten het anders aan te pakken. Ik zit vooraan, klaar om vragen te beantwoorden, tekstjes te lezen, mijn huiswerk te noteren, vastbesloten om z.s.m. door te stoten naar het volgende niveau. Want pas ergens daarna schijnen de hemelpoorten van het je daadwerkelijk in begrijpelijk Hebreeuws te kunnen uitdrukken open te gaan.
Opsteker was een poging tot gesprek met de dame van de Akademoon, de manus-van-alleswinkel in de uni. Ik wilde toiletartikelen aanschaffen, en zij kwam met allerlei goede adviezen- dat ik die crème moest kopen, want dat is goed voor mijn droge Europese huid en helpt tegen rode wangen. Inderdaad was ik rood aangelopen van de inspanning haar rappe Hebreeuws te volgen, en daar van mijn kant iets begrijpelijks tegenover te stellen. Maar ik betwijfel of enige crème op dat punt iets kan uitrichten. Dat alles probeerde ik te zeggen, en ik sloot af met een zin om mijn onbeholpenheid uit te drukkken: ik loop hier rond als een kind, heb geen idee van wat en hoe. En zij: welnee, je spreekt prachtig Hebreeuws, je komt er wel.
Op die weg dus maar door.

Geen opmerkingen: