zaterdag 27 september 2008

Roel beweegt zich in Jeruzalem

Roel was hier! Ik kon me van tevoren maar moeilijk een voorstelling maken van hoe dat zou zijn, deze blonde huisgenoot op bezoek in Jeruzalem. Roel is van het relaxte type en heeft een uitgesproken talent zaken in beweging te brengen- vooral figuurlijk, hij houdt van koffie drinken en niet van haasten en eindeloos struinen tussen de Damascus- en Jaffapoort.
Een bloemlezing van de Roel-week: op vrijdag kwam hij aan, en het busje vanaf het vliegveld zou hem bij Damascusgate afzetten. Dat leek me handig, want ik zou daar rond dezelfde tijd aankomen in een busje uit Ramallah. Had er alleen niet bij stilgestaan dat het ongelooflijk ontzettend druk zou zijn bij de D poort, vanwege de gecombineerde krachten van moslims richting Haram asSharif op hun heilige dag en joden richting Klaagmuur vanwege de aanstaande sabbat. Tussen de drommen moslims in wit en joden in goud en zwart vonden wij elkaar in een vrolijke en verbaasde omhelzing, maar niet voordat Roel telefonisch een aantal maal zijn locatie had toegelicht.
Er was de magie van een avond Taizé-liederen zingen ergens in de Oude Stad, in het gezelschap van twee joodse vriendinnen en vier bejaarde zusters, de knorrigste van welke steeds naar buiten glipt om de Ramadanvierende jeugd tot stilte te manen. Dan het mengsel van verwondering en vermoeidheid die Jeruzalem oproept, zodat regelmatig koffiedrinken noodzaak is,net als zeer ontspannen avondjes Jerusalem Hotel. De absurditeit van checkpoints. De lol van de wondere wereld van de Westbank.
Op een vrijdag gingen we op Westbank safari. Donderdagavond fiets ik Matthew tegen het lijf en glimmend kale bolletje, medestudent en de nieuwe piano-leraar in Zebabdeh. De energieke Zebabdiaanse priester Fadi ziet de jeugd graag lessen nemen, opdat een getalenteerde student op een dag de kerkzang kan begeleiden. Hij doet dat nu zelf, vol vuur, maar zijn pianovaardigheid kan niet tippen aan zijn redenaarstalent. Matthew gaat de volgende dag naar Z. Da’s mooi, kunnen we samen reizen, kan ik Roel dit dierbare dorp laten zien. ’s Ochtends rijden de Arabische bussen af en aan, iedereen wil bidden in de AlAqsa, maar wij zijn de enige passagiers naar Qalandia checkpoint. Bij Qalandia is het een gekkenhuis. Grote rijen mensen, oudere mensen, want die krijgen een vergunning van het Israëlische leger om naar Jeruzalem te reizen. Ze staat in de hete zon, omringd door onzekere jonge soldaten met machinegeweren. Wij reizen verder, in een busje naar Zebabdeh. De reis is prachtig, heerlijk om in het rappe, schuddende busje door de groene heuvels te rijden. In Zebabdeh is het eten en kletsen als gebruikelijk. Iets wat je makkelijk de hele dag voort kunt zetten, maar na een copieuze lunch besluiten Roel en ik af te reizen naar Nablus. Andermaal een vrolijke tocht in zo’n leuk busje. Ergens in een klein dorpje een jongetje met een onweerstaanbare glimlach die ons blijft toestralen. We worden er vrolijk van. In Nablus doen we een rondje markt, heet en druk en iedereen vast. Maar ik heb dorst en Roel wil roken. Ach, zegt Roel, kom, we kunnen best hier op een stoepje zitten en ons ding doen. Ik aarzel, maar de dorst wint. Dan zitten we en zijn langsparaderende Nablusianen en wij elkaar tot vermaak. En zo gaat het even later als terug bij Huwara checkpoint wachten tot de bus vol is weer. Roel gaat achter de bus een sigaretje roken, discreet, maar het loslopend manvolk voegt zich onmiddellijk bij hem, in voor een verzetje. Je mag niet roken, Ramadan! spreekt de hardliner vermanend. Mag ik een sigaretje?- de mooie jongen in het roze t-shirt. De wijze derde: Jij bent natuurlijk geen moslim, dus dan hoef je niet te vasten.
De volgende dag zijn we in Bethlehem. Roel heeft zich voorgenomen te gaan kledingshoppen: zijn oog valt op een zwarte djellaba met witte kefiyyeh. Staat briljant. Bethlehemmers kijken toe hoe de blonde sjeikh door hun straatjes stapt. Valt buiten alle kaders, ze besluiten unaniem dat hij een priester moet zijn.
En zo bewoog Roel zich behendig door alle verschillende werelden hier voorradig, en ontsnapte aan iedere poging in een hokje te worden ingedeeld- op buitengewoon lenige wijze bleef hij buiten de hokjes van de djellaba-baasjes in zijn Islamitische hotel (geen ongetrouwde stellen op één kamer, geen alcohol). Maar daar moet je hem zelf maar eens naar vragen. Net als naar alle andere verhalen over de stad.

Geen opmerkingen: