maandag 14 april 2008

33 Nederlanders

Het is zondagmorgen, even over achten. Ik sta bij een hotel aan Jaffastraat, te wachten op een Arabische bus. Achter mij een groep van 33 medelanders, die ik in het vooruitzicht heb gesteld dat zulk een busje om kwart voor acht daar zal zijn om ons, in feite voor een appel en een ei, naar het checkpoint bij Bethlehem te brengen. En die ochtend nog vroeger ben ik bij het Arabische busstation geweest om de busregelaar met zijn zongebruinde hoofd en grote zonnebril in mijn beste Arabisch te herinneren aan die afspraak, de vorige dag gemaakt, terwijl hij me er in zijn beste Engels van verzekert dat het allemaal in orde komt. Maar om half negen is er nog steeds geen bus, en ik voel me bezwaard ten opzichte van de Nederlanders, die ik heb overgehaald de enige vrije dag in hun volle reisprogramma te besteden aan een bezoek aan christelijke broeders en zusters in Beit Sahour, vlak bij Bethlehem. Daarvan ben ik dan ook werkelijk overtuigd- veel bezoekers aan het heilige land laten de Palestijnse gebieden links liggen en krijgen zo een op z’n best eenzijdig beeld, terwijl de Palestijnse toeristische industrie op apegapen ligt.

En, helaas, nee, ik heb het telefoonnummer van de busregelaar niet, omdat dat er mogelijk in zou resulteren dat ik nog weken nadien zou worden gebeld voor aanbiedingen van busreisjes en wat al niet meer. Dus neem ik een taxi terug naar het busstation en tref daar de busregelaar die beduusd reageert op mijn verontwaardiging en wijst op een juweel van een bus die daar al de hele ochtend klaarstaat. O.k. Juist ja. Nou, als de sodemieter dan. We spoeden ons naar het hotel, waar de geduldige groep instapt, en off we go.
Aan de andere kant van het checkpoint staan 9 taxi’s klaar. Dat zijn 9 vaders van aanzienlijke gezinnen, verzameld door chauffeur O. aan wie we de reissom, door harde onderhandelingen tot stand gekomen, zullen overhandigen. Aan het eind van de dag zal dat leiden tot een tafereel dat in Nederlandse ogen lijkt op een taxi-oorlog. Een andere interpretatie is dat de chauffeurs iedere gelegenheid om een drama op te voeren, waar misschien ook nog financieel voordeel uit te slepen valt, met beide handen aangrijpen.
Goed. Zo ver is het nog niet. De 33 kerkgangers moeten verspreid worden over 9 taxi’s, waarvan er vijf naar de Oosters Orthodoxe, en 4 naar de Melkitische kerk gaan. In die laatste zullen we lunchen, met een paar gemeenteleden. De Nederlanders hadden zich tevoren bezorgd gemaakt of ze de dienst wel zouden kunnen volgen, omdat niet iedereen even goed Engels sprak. Nu, over dat Engels hoefde niemand zich druk te maken, aangezien de diensten in het Syrisch en Arabisch zijn. Wel had ik hen erop voorbereid dat zo’n dienst iets heel anders is dan de tamelijk korte en cerebrale vieringen van woord en gebed waaraan wij gewend zijn. En ik vroeg me af of het niet al te vervreemdend zou zijn. De eerste groep viel dankzij de busperikelen met hun neus in de eucharistie en werd onmiddellijk opgenomen in de kring van brood en wijn. Wij werden verrast door de intocht van een groep kinderen aangekleed als engeltjes die communie deden. Omwille van hen werden traditionele liederen afgewisseld met zeer moderne. De Arabische overdenking was voor niemand een punt. Ik zag hoe een Nederlander zijn niet-begrijpende Palestijnse buurvrouw een rolletje King voorhield, en hoe ze er toen toch maar eentje in haar mond stopte.
Na de dienst vertellen twee vrouwen over hun leven aan deze kant van de muur. Ze maken indruk. Eén van hen is docent aan de school van de hoop in Bethlehem. Een intelligente vrouw, energiek, met een prachtig gevoel voor humor. Ze denkt niet dat de situatie van de Palestijnen zal veranderen, zeker niet zal verbeteren.
Dan de terugweg, de taxi-oorlog bezworen, de ervaring van muur en checkpoint achter de rug. Het is een ongewone aanblik: 33 Nederlanders in een Arabische bus, moe en een beetje verward van wat we hebben gehoord en gezien. Maar het was een goede besteding van hun vrije dag, verzekeren ze me.
Ik keer met de goedhartige chauffeur terug naar het busstation, die me er op zijn beurt van verzekert dat hij en zijn bus altijd tot mijn beschikking staan. Fijn om te weten.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

fantastisch verhaal! mn dat rolletje king en die taxi oorlog, heerlijk! je kaartje is overigens aangekomen, dankjewel
groeten van het thuisfront
kus Niels

Feike Weeda zei

Hoi Janneke,
wat een mooi verhaal... die hollanders hebben een goede aan je gehad!
Als ik me in je verplaats, is het net of je daar een soort klokkenluider bent, of een soort verleidster om iets verder in de winkel of het steegje te komen, waar iets heel moois en interessants is. en dan, pats boem word je geconfronteerd met een harde realiteit, maar waar ook make-up en mooie kleuren zijn. en die dingen geven het leven waardigheid in plaats van dat ze competitief zijn. sieraden om je dromen te kunnen vasthouden en liederen en dansen om te vieren dat er een keer komt dat er echt iets te vieren valt, terwijl er nu weinig te vieren valt. meisjes die voor het eerst ter communie gaa, een paradijselijke droom in een omstreden realiteit van stof en koeiekoppen.
ik hoop, Stegeman (!), dat je nog heel wat mensen dat steegje in gaat verleiden om hen op de drempel te brengen van de muur, de realiteit, de warme harten van de palestijnen en de waarheid. Deze week is in de PKN de perikoop IK BEN de Weg, de Waarheid en het Leven. Wauw, wat een leven!
Ik lees nu dochter van de berg van de vulkaan van Gioconda Belli, over een vrouw met zigeuner bloed, over identiteit en passie.
verder moet je dit lied eens checken: http://nl.youtube.com/watch?v=rGAHflzfACo, van de film as it is in heaven, gezongen door het karakter dat in de film zich losscheurt van haar mishandelende man.
liefs, Feike

Anoniem zei

kaartje?
Waar ligt dat kaartje, Niels? Ik heb niets gezien.
Kus voor Janna... lees even je maail..!